www.kampmes.nl © 2011 

 

Het moet me van het hart dat....

 

Maandag, 9 februari 1948

Het moet me van het

dat toen ik Velocitas daar gistermiddag het veld zag opkomen bij Be Quick, de lendenen fraai omgord met Arsenal-achtige uitrusting voorzien van geweldige rugcijfers en gevolgd door de Engelse trainer Donaghy, de overtuiging bij Piet-mijn vriend en mij aan kracht won dat Be Quick heel wat moeite zou hebben om die Engelse schotel te verorberen. 

  Helaas, Engelse kost is vaak licht en de gulzig schrokkende withemden hebben die hap spoedig binnen geslikt.

En...

Een veelkoppig publiek

Werd ziek

Van miezerige regen

Welke als natte zegen

Daalde op een spel,

Dat, slechts aan een kant fel,

Geen sensatie bracht

En dat is 't wat wordt verwacht!

Toch, „E, J,” en Evert glommen,

Temidden der drommen

Omdat - daarom is 't toch begonnen -

Be Quick weer heeft gewonnen.

  Waarmede weer eens bewezen werd dat tussen goede voornemens (van Velocitas) en de uitvoering er van, een lange weg ligt, om met Shakespeare te spreken.

  En dat buurbabbeltje hebben duizenden betaald niet alleen met steeds kostbaar wordende moneten maar tevens met, al even schaars zijnde verregende textielpunten en doorsijpelde schoenen. Nog niets, als men nu maar weltevreden was, immers een weltevreden mens is welbetaald, maar de anders op de vleugelen der derbysfeer zich voortspoedende mensheid mopperder nu op de neersuizende regen. En dat zegt genoeg.

  En toch ook hier was naar we wijze woorden Melatti van Java, als overal iets te bewonderen. Het voor-de-rust-spel van Be Quick, de grootse rol van Gaertia's bril en dan die twee kleine peuters. Karel de kerel kennen we in de voetbalsport maar ook Karel de Kleine, die nummer elf, van wie, om met wijlen Louis Davids te spreken, gezegd kan worden:

  Die hele kleine man

  Die dribbelt wat ie kan

  Hij beloopt het hele veld

  Die kleine Velo-held

  Die dart'le groenwitte zang

  Vaak zo razend vlug

  Zijn korte beentjes dragen

  En schragen

  Steeds de Velo-ploeg

 

En dan de even „grote” Lugthart: kleien mensen, grote wensen is op hem van toepassing, maar als zijn verlangen een groot voetballer te worden, in vervulling zal gaan, dringt het tot hem door, Seneca's vingerwijzing, dat wie voor zich zelve spelen wil in de eerste plaats voor anderen moet spelen. En, nietwaar, een goed verstaander heeft slechts een half woord nodig.                                  K.

 

Tikkie terug »

 

Maandag, 2 februari 1948

 

Het moet me van het

dat het waar moge zij, dat zoals Kant beweert, geen mens zich hartstocht wenst omdat niemand zich in ketenen wil laten slaan als hij vrij kan zijn, maar dat zulks toch niet in alle opzichten opgaat. In elk geval niet bij HSC - Be Quick, want daar rond de lijnen heeft een „hartelijk” publiek sterk naar de „dood” van de een (Be Quick) verlangd om een andere (Heerenveen) te doen leven. En HSC moest de „beul” zijn, alsof niet de stelregel van Capel er is, om aan te geven, dat de grondregel van ieder spel is: ieder voor zich. Maar wellicht heeft Douwe Dekkers wel op voetbal gedoeld toen hij zei dat er maar één zonde is: gebrek aan

hart.

  Hartstocht is, men weet dat, een gemoedsbeweging bij voetbal veroorzaakt door een impuls, een aandrift, een eerste stoot. Nu, daar achter en naast mij zijn blijkbaar heel wat van die stoten uitgedeeld, terwijl in het veld ook nogal eens een duwtje hierm een duwtje daar gratis voor niemandal werd gegeven.

        Hartstochten laaiend

        armen zwaaiend

        Ooeeiii-geloei

        Door publiek, in de boei

        Van hevig getrap

        Met een ronde leren lap

        Nu verguisend in hoon

        Dan roepend, o, wat schoon

        - niet in de betekenis van pas gewasse,

        maar met een technisch aanschijn eerste klasse

  En waar mensen nooit zo oprecht zijn als bij het spel, om met Capel voornoemd te spreken, is het duidelijk hoe de duizenden zich gedroegen.... Het juicht nu eenmaal vuurwerk en geen zonsopgang toe.

Ontlaadt, als het niet anders kan, zijn emoties op het zwartjasje in het veld , dat moet zijn als een loods in woelige wateren maar zijn taak voorbij schoot en.... een klip werd naast die wlek HSC reeds bleek.

  Er was dus weninge en knersinge der tande naast zoetelijk gelach der gelukkigen rond de lijnen. Gelukkigen, die HSC in de fantasie van het wakens-dromen tot Heerenveen maakten. En dus ook de roep „hup Heerenveen” deden weerklinken. Niet waar, waar het hart vol van is.... En tenslotte ging het voor velen om Heerenveen, zagen die honderden daar boven de strijdende partijen Heerenveen's kampioenschap - Zelfs Abe was er - voor deze bijzondere gebeurtenis zelfs ge-hoed en zonder zichtbare lok. Wellicht zal ook hij gedacht hebben wat de meneer achter mij zei: ze hadde winne mutte.

  Tony Albronda - u kent hem wel: HSC's praeses - die als het oog van de meester, dat het paard vet moet maken van dichtbij toekeek zei het wat diplomatischer. Zo is Tonny nu eenmaal.

  „Tja, Be Quick heeft pech gehad”, zei de Schalk na afloop toen hij met de vierkante Olthof vriendelijk grijnzend de wegtrekkende schare in ogenschouw nam.... Enfin, met Horatius vraag ook ik, wat is er tegen om lachend de waarheid te zeggen?                                                                        K.

 

Tikkie terug »

 

Maandag, 26 januari 1948

 

Het moet me van het hart

dat een voetbalwedstrijd toch eigenlijk een raar ding is. Een week lang houdt ie de gemoederen warm - overigens niet onwelkom in deze kille dagen - en dan plots doet het spel zo ijskoud aan, dat je ongeveer tot op je gebeente verkilt ongeacht het aantal textielpunten dat je je om je lendenen hebt weten te gorden.

  Enfin, het was  - en dat betekent heel wat nu een natte moesson de plaats van de Nederlandse winter heeft ingenomen - droog. Dat doet me denken aan het versje:

  Droogte wees welkom

  Stuur gauw de regen heen

  En wij, sportenthousiasten zingen:

  Happy days are here again

  Nu ja, met die

„happy days” was het trouwens maar zo, zo, la, la. Erg gelukkig is men niet geworden, of het moesten al zijn die paar Heerenveense  bestuurheren die met aangelaten, waarop de woede dik gesmeerd lag, een „gastvrij” onthaal vonden ergens in de menigte, maar tenslotte blij glimlachend konden aftrekken. En hun houding sprak van zoiets als „is het niet een grootse machine aan 't werk te zien, dien wonderen van kracht en arbeid ontwikkelt!”

  Nu is dat alles goed en wel als je geen.... Be Quick-Itis-lijder bent en dus geen door teleurstelling gekrenkt hart hebt. Zoals zij die daar niet als ik zittende op de tribune, hebben kunnen aanschouwen wat die wondere machine te aanschouwen gaf, maar staande hun zitplaatskaartje hebben kunnen vernielen....

  Leni, GVAV's voorzitter, die kleine man met dat leuke hoedje, is een tacticus. Heeft als wijlen de Romeinen het „volk” spelen gevende, de staanders aan het puzzelen gezet. Gelijk dr. Denker! Hoe kan, zo luidde z'n opgave „een tribune met 500 plaatsen geen ruimte genoeg bieden, als er slechts 350 kaarten verkocht zijn. Maar wellicht was er een Panda onder de puzzelaars die rustig, de feiten rangschikkende, een steelse blik geworpen heeft naar de GVAV'r die deze hele week nodig heeft om de goede muntgaven, door duizenden neergeteld te verzamelen ende tellen.

  Cyrus mag dan de ervaring hebben dat geen huis dat vele vrienden ontvangt ooit te klein is, maar als hij GVAV - Heerenveen had meegemaakt - staande dan - ongetwijfeld zou hij zijn uitspraak hebben herzien.

  Hoe ook, Leni heeft de schare niet kunnen overtuigen, hoe meer hij ook Vondel's raad om het wassende quaet bijtijds in zijn geboorte te smoren, trachtte op te volgen. Intussen zal hij als rasechte Groninger bij de opvoering van dit GVAV drama wel gedacht hebben: „Weert 't nait op mien heu (het spel), din weert 't wel op mien mousplanten (de portemonnaie)”. Zijn klare oogjes - van een onschuldige blauwe kleur - twinkelden in elk geval vrolijk toen hij een echt gemeende verzuchting „Gut, wat 'n mensen” over de wriemelende massa uitstortte. Hij ziet het, de meneer met de bruine hoed dacht het ongetwijfeld, toen hij er niet in slaagde dwars door ruggen heen waar te nemen wat er binnen de lijnen voorviel. En daarom zich maar omkeerde en zijn blik richtte op de tribune waarop zich een dameswedstrijd afspeelde. In gilletjes en zo. Tussen „famkes” en „wichten”. Een strijd waarvan ik het niet waag een uitslag te geven want, niet waar, meneer Berrie mag dan beweren dat alles gaat als de moed er maar is, maar dan heeft ie nooit naast, of voor dames gezeten die hun uitverkorenen des harten plegen, laat ik, zeggen, aan te moedigen en daarbij allerlei merkwaardige schijnbewegingen maken. Ik, in elk geval, trap er niet in.  K.

 

Tikkie terug »

 

 

Maandag, 19 januari 1948

 

Het moet me van het hart

dat Joris van de Bergh en Karel Lotsy de zaak toch wel heel goed hebben bekeken toen ze 'Mysterieuze krachten in de sport' schreven. Welke die krachten dan wel zijn? Ja, vraag dat aan echtgenote of verloofde. Als die een een hoed in het hoofd hebben is 't maar het beste om hem er maar meteen op te zetten ook, want haar zin krijgen ze toch. Hoe? Mysterieuze krachten. Nou diezelfde krachten hebben Be Quick ook ter overwinning gevoerd, hebben Klaas v. Dijken er toe gebracht steeds de rechte lijn te volgen en te trachten door, in plaats van om iemand heen te komen. Hebben ook de armen van Appel zich nog sjieker dan ooit heen en weer doen zweven, net zo als de veel beschreven trage wiekslag van de trotse arend daar hoog in de blauwe lucht.

  Mysterieuze krachten in de sport! Ze heben er toe geleid dat bij Be Quick - GVAV

        In en om de lijnen

        Men elkaar spontaan

        Is gaan

        Bevechten en op de body slaan.

Nu kan een zeker iemand wel hebben beweerd dat men met een flinke dosis humor overal iet sgrappigs in kan zien maar mij is zulks niet mogen gelukken. Integendeel. In alle stilte heb ik instemmend geknikt toen me een Chinees spreekwoord in de gedachten schoot: hoe meer zielen, des te meer 'mot'.

  En er waren veel zielen daar op de Be Quick wal. Een van hen kreeg een dijk van een idee. Hing kegels aan de "tegen" kant toen GVAV er zelf niet voor zorgde. Hetgeen gerespecteerd werd ook. Zij het dan dat men die waardering niet met bloemen maar met kegels ging zeggen. Toen waren "happy days here again". Van pure pret stond Bruin Oving's pet zwieriger dan ooit. Zo echt op afwatering.

  Hij, dat wil zeggen niet de pet maar de drager is steeds als de verpersoonlijkte rust te midden der woedende elementen welke "publiekelijk enthousiasme" als verzamelnaam dragen. En dan welke zodanig zijn, dat ik Erasmus er sterk van verdenk dat hij een ogenblik op de Be Quick tribune heeft vertoefd. eer de wijze woorden 'dat het makkelijker is de duivel op te roepen dan hem te bezweren" zijne lippen ontvloden. Dat manneke, in het zwart, kan er van meepraten. hem zullen misschien J. Cats Jr's woorden - heel vrij "vertaald" - voor de geest zijn gekomen.

        De voetbaltijd

        Maakt dat heel Nederland blij is.

        Het publiek juicht wanneer ie komt

        De scheidsrechter als ie voorbij is.

Tenzij hij met Tijl Uylenspiegel zegt: "Ik heb het er ook naar gemaakt"

                                                                                      K. 

 

Tikkie terug »

 

 

 

 

Maandag, 12 januari 1948

 

Het moet me van het hart

dat een sportloze Zondag zeker zijn bekoring heeft als men maar niet gevangen is door de gewoonte - om 's Zondags wedstrijden te spelen, of te bezoeken - die immers, zo zegt het spreekwoord is, een tyran is. Wel ben ik van mening dat het Engelse gedicht:

How beautiful is the rain!

en zo voort, niet direct op zijn volle waarde gewaardeerd zal worden door de sportminnenden, maar met Shakespeare zeg ik tenslotte toch ook, dat men, wat niet te veranderen is, niet alleen moet dragen, maar trachten to make the best of it.

  Natuurlijk, zo tegen twee uur krijg je de „kriebels” en zelfs neem ik aan dat velen in hun middagdutje visioenen hebben gehad van geweldige overwinningen, maar tenslotte zal een ieder toch ook wel deze ervaring hebben:

 

Wherever we go

Wherever we roam

There is no such a place

Like home sweet home

 

(Waar we ook gaan

waar we ook zwerven

Er is nergens zulk een plaats

Als in ons lieflijk thuis)

 

  En al miste ik dan al die vrienden op de tribune, al die ouwe getrouwen van vroeger, die bij Be Quick - Velocitas elkaar eens per jaar de hand plegen te schudden, herinneringen ophalend en vergelijkingen trekkend, toch zeg ik dat een Zondag thuis ook best door te brengen is. Want is het niet waar? Moeder de vrouw weet dat 'n man net als 'n jong peerd is. Met 'n beetje flikflooien en 'n zacht lientje kriegen ie alles gedoan' om Jan Plas' wijsheid met een kleine variatie te gebruiken.                                                        K. 

 

 

 

Tikkie terug »

 

 

 

 

Maandag, 5 januari 1948

 

Het moet me van het hart

dat HSC terdege het Groninger spreekwoord „gain hunnig zunder waark” als juist bewezen heeft. De zwartjes hebben hard gewerkt voor de zege op GVAV en, weet U wat ik daarbij nou echt leuk vond? Dat ze steeds maar „net als Köster van Garrelsweer, mor weer van veuren af aan” begonnen als ze waren teruggeslagen....

  Of ik me overigens geamuseerd heb? Nou, 't mag zo wezen, maar meer ook niet. 'k Heb me gelukkig geprezen niet Otto Bonsema te heten, want hoe verder de wedstrijd vorderde, hoe dieper mijn hoofd zakte en waarschijnlijk zullen hem bij die keurige walsjes die v.d. Beek er zo leuk wist uit te draaien, als ie in 't bezit van de bal was, wel Schiller's woorden voor de geest zijn gekomen „Wie al te lang over iets nadenkt, zal weinig tot stand brengen.” En v.d. Beek heeft weining tot stand gebracht. Heel GVAV heeft weinig tot stand gebracht.

  „De wind” zei „men”. La me niet lachen. Evengoed als de meneren die hun hoed door de lucht zagen vliegen, dat hadden kunnen voorkomen door, laat ik zeggen, geen hoed op te zetten, evengoed had GVAV dat windnadeel kunnen wegwerken.

  Neen, 't was niet wat ik verwacht had en dat ik niet alleen teleurgesteld was bleek ook wel uit het gemopper van mijn lieftallige buurvrouw. „Zit ik daarvoor nu uren in de kou” welke woorden vergezeld gingen van een niet bepaald vriendelijke blik naar zeker iemand in het veld, die vermoed ik, nadien wel het een en ander te horen zal hebben gekregen.

  Enfin, mijn sigaar  - overigens een zeer welopgevoede  - is waarschijnlijk eerder uitgegaan door de charme van mij gezelschap dan door emotie over de wedstrijd. Trouwens kent u de zwijgende voorzitter De Vries van de afdeling Groningen? Dan heeft u ook gezien dat zijn sigaar recht vooruit stond en dat is het duidelijke teken dat het niet naar wens ging.... Al maakte HSC's voorzitter Albronda dan ook na afloop een sprongetjevan vreugde. Niet een van zo hoog, maar natuurlijk elegant en vergezeld van licht handgeklap.... Zo echt Tonny.

  Enfin, het is zodanig geweest, dat het plankier het heeft kunnen uithouden. Zelfs daar, waar mijne belangwekkendheid er eens is doorgezakt!         K. 

     

 

Tikkie terug »

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

Roelof Kampman »

in 1960

 

 

 

Contact »

Mail naar roelie@kampmes.nl

Of schrijf in het gastenboek

 

Installeer IE9 voor het leukste leesresultaat